De fiscus kan bepaalde termijnen teruggaan in de tijd om een controle uit te voeren, maar de minister van Financiën liet op 15 juli 2022 op zijn website weten dat die verlengd zouden worden. Hoe zit dat dan concreet?
Onderzoeks-en aanslagtermijnen
Onderzoekstermijnen
Samengevat is dat de termijn waarbinnen de fiscus een belastingaangifte kan controleren. Tijdens die termijn kan de fiscus zijn ‘onderzoek’ voeren naar bepaalde gebeurtenissen en handelingen, door o.m. vragen om inlichtingen naar u of naar derden te sturen, en een controle ter plaatse uit te voeren.
Aanslagtermijnen
Dat is simpelweg de termijn waarbinnen de fiscus een belastingaangifte kan wijzigen of een aanslag van ambtswege kan vestigen. Binnen die termijn moet zowel het bericht van wijziging of de kennisgeving verstuurd zijn, alsook de aanslag gevestigd worden.
“De basistermijn is drie jaar. Wanneer de fiscus aanwijzingen heeft van belastingontduiking, komt boven op de gewone aanslagtermijn nog een extra termijn van vier jaar, samen dus zeven jaar.”
De gewone aanslagtermijn is drie jaar, te rekenen vanaf 1 januari van het aanslagjaar. De gewone onderzoekstermijn eindigt samen met de aanslagtermijn, maar begint al vanaf de eerste dag van het inkomstenjaar of boekjaar. Concreet kan de fiscus tot eind van dit jaar nog een onderzoek starten en een gewijzigde aanslag vestigen over inkomstenjaar 2019 (aanslagjaar 2020).
Wanneer de fiscus aanwijzingen heeft van belastingontduiking, komt boven op de gewone aanslagtermijn van drie jaar nog een extra termijn van vier jaar, samen dus zeven jaar. Concreet kan de fiscus zo nog tot eind 2022 de inkomsten van 2015 controleren.
Die zeven jaar kan niet zomaar!
Er moeten wel degelijk aanwijzingen van fraude zijn én de fiscus moet u op de hoogte brengen van die aanwijzingen. Bovendien is het aan de fiscus om te bewijzen dat u een fiscale overtreding begaan heeft met het oogmerk te schaden voordat hij bijkomende aanslagen kan vestigen.
Dan is er ook nog tien jaar…
Sinds 1 april 2019 beschikt de fiscus onder bepaalde voorwaarden over een onderzoeks- en aanslagtermijn van tien jaar voor de aanpak van fiscale fraude via ‘juridische constructies’ in een belastingparadijs.
Nieuwe buitengewone termijnen
De gewone onderzoeks- en aanslagtermijn blijft drie jaar. Die termijn zou met een jaar verlengd worden tot vier jaar voor aangiften die te laat of niet ingediend zijn.
“U dient uw aangifte beter op tijd in, want als het van de minister afhangt wordt in dergelijke gevallen de gewone aanslagtermijn verlengd van drie tot vier jaar.”
Weliswaar in zeer specifieke gevallen, zoals het niet melden van grensoverschrijdende constructies zou dit opgetrokken worden tot zes jaar. De fiscus zou ook zes jaar de tijd hebben voor ‘complexe’ aangiften met activiteiten in het buitenland. Wat onder complex verstaan moet worden, is nog niet helemaal duidelijk. Of het al voldoende zal zijn om slechts enkele buitenlandse afnemers te hebben om over complex te spreken, dat valt nog af te wachten. Mocht dat zo zijn, dan zou u er al sneller mee te maken kunnen hebben dan u nu zou denken.
In geval van fraude zou de huidige zeven jaar zou nog eens met drie jaar verlengd worden tot tien jaar. De fiscus moet u nog wel steeds eerst op de hoogte brengen om de termijn uit te breiden én moet de aanwijzingen van fraude ook benoemen. Het te veel aftrekken van beroepskosten is op zich geen reden van fraude.
Gevolg: de bewaartermijn wordt ook aangepast. Als u weet dat de fiscus voortaan tot tien jaar zal kunnen teruggaan in plaats van de eerder bestaande zeven jaar, is het voor de hand liggend dat u voortaan uw stukken gedurende een termijn van tien jaar bewaart.
Hulp nodig of vragen? Neem vrijblijvend contact op met ons.
Bron: De Tijd & Taxwin
Acfibota | Accountants & Tax Advisors